NH – Een tijdmachine bestaat echt, in Volendam!
Wie heeft er nog nooit gefantaseerd over de mogelijkheid om in een tijdmachine te kunnen stappen. Waar wil je heen, de middeleeuwen of wil je Lodewijk de 14de ontmoeten? Er zijn twee types. Professor Barabas ontwierp in een verhaal van Suske en […]
Wie heeft er nog nooit gefantaseerd over de mogelijkheid om in een tijdmachine te kunnen stappen. Waar wil je heen, de middeleeuwen of wil je Lodewijk de 14de ontmoeten? Er zijn twee types. Professor Barabas ontwierp in een verhaal van Suske en Wiske de ‘teletijdmachine’. De machine bleef achter in het heden en iemand bediende hem om je ook weer terug te kunnen halen naar het nu. Dat was anders in de film ‘Back to the future’. Daarin was de auto de Delorean-tijdmachine. Die reisde dus met je mee en je kon totaal onafhankelijk van wie dan ook zelf beslissen wanneer en waar naar toe je wilde gaan. Luister hoe Dio ft Sef in november 2008 zong in het nummer ‘tijdmachine’: “als ik terug kon in de tijd, dan was alles nu flex”.
Mijn site www.rikroelfzema.nl heet niet voor niets ‘jouw wereld op zijn kop’ want ga eens even met mij mee naar Volendam want daar staat een echte tijdmachine. En die is van het tweede type, je bepaalt zelf wanneer je naar binnen stapt en wanneer je er weer uit wilt. Onafhankelijk van wie dan ook. Ga het wel snel doen want de historie leert dat het niet vanzelfsprekend is dat die tijdmachine blijft bestaan, ook al stamt hij uit 1881. Vanaf 1881 tot nu hadden allerlei domoren de tijdmachine kunnen verbouwen en dat is soms ook gebeurd maar goddank konden die veranderingen weer redelijk makkelijk teruggedraaid worden. Recent is de tijdmachine failliet verklaard en even was er die enorme angst dat de inboedel van de tijdmachine ook zou verdwijnen, net als de machine zelf. Het ergste was een brand in het pand vlak naast de tijdmachine want toen leek de inboedel van deze onontdekte Delorean-tijdmachine met machine en al in rook op te gaan.
Ga even met mij mee terug in de tijd, naar de eerste helft van de 19de eeuw, zo 1828. Jonge kunstenaars kregen geen voet tussen de deur bij de toenmalige heersende kunstklasse van gevestigde oude kunstenaars, musea en galerieën. Die waren allen nogal ouderwets hoogdravend Barok-gestuurd. En in de grote steden was het niet aangenaam toeven voor de arme jonge kunstenaars. Door de opkomende industrialisering werd het leven duur en milieutechnisch was het er ernstig vervuild. Dat maakte dat de jonge kunstenaars wegtrokken uit de steden naar het goedkopere en schonere platteland. De ouderwets gekozen thema’s in de toenmalige tijd waren hoogdravend, klassieke oudheid en grootse geschiedenis vertolkingen. De jonge schilders kozen voor de authentieke sfeer van het platteland, het andere licht dan in een stad en voor gewone eenvoudige en arme mensen, kortom, het alledaagse. Het eerste kunstenaarsdorp ontstond in Frankrijk, in Barbison. Rond de getalenteerde schilder Theodore Rousseau verzamelden zich lotgenoten. Stap in de tijdmachine over naar Katwijk, zo van 1870-1914, waar rond de schilder Jozef Israëls een kunstkolonie ontstond. In Laren Noord-Holland was zo rond 1880-1920 de schilder Anton Mauve de initiator. Of rond 1900-1920 in Domburg waar de schilder Jan Toorop de inspirerende spil werd van een groep kunstenaars. Vlak Piet Wiegman niet uit die in Bergen Noord-Holland zo rond 1910-1930 een groep schilders rond zich verzamelde. In Limburg in de plaats Plasmolen probeerde de veel onbekendere Jacques van Mourik hetzelfde te doen. In al die plaatsen staat een museum met hun werken en tegen betaling kun je ze zien in de verstilde ruimtes waar ze hangen. De supposten kijken of je er niet te dicht op gaat staan en je moet ook nog fluisterend zeggen hoe mooi je ze vindt. Met een pilsje in de hand kijken is er niet bij, dat pilsje doe je maar in het ultra moderne restaurant van het betreffende museum. En ook de cafés en drankhuizen waar die kunstenaars samen kwamen zijn bijna allemaal afgebroken en heel soms staat er nog een. Bijvoorbeeld Hotel Hamdorff in Laren maar na het faillissement is de gehele inboedel en inrichting verkocht en verdwenen. Niks tijdmachine: kil staal en witte muren van het nu!
Ga met me mee naar Volendam, pak een pilsje en stap in de tijdmachine die daar sinds 1881 staat. Grappig dat Wikipedia dit kunstenaarsdorp niet noemt – maar het is er echt aan de Haven 15. Hotel Spaander heet het. En de oprichter ervan Leendert Spaander sprak zijn buitenlandse talen want zijn vader Jan (bijnaam Janbaas) stuurde hem naar een privéschool in Edam. En dat terwijl ze pas in 1859 in Volendam kwamen wonen. Zijn vader was zeilmaker en handelaar. En ook zo’n bizar toeval, hij bouwde zijn eerste huis in 1866 (Leendert was toen 11 jaar) buiten de dijk op het Kleipark. Niemand wilde er wonen dus in al die jaren dat Hotel Spaander bekender werd en uitbreidde, kon het origineel blijven staan. Leendert brak nooit iets af, hij bouwde aan want ‘de sfeer die er was moet blijven’. Leendert hield van kunst en hij bedacht een stunt om zijn hotel bekender te maken. Eigenlijk kun je hem de uitvinder van ‘gebieds- of citymarketing’ noemen. In zijn hotel moesten arme kunstenaars komen. In ruil voor hun schilderijen konden ze kost en inwoning krijgen en zo zou een kring van kunstenaars ontstaan en die zouden weer allerlei soorten toeristen gaan trekken. Hij liet de schilder Carl Windels een reclamebord schilderen waarop stond “Artist kom binne”. Hier in Volendam waren de landschappen nog zonder industriële verminking, er was geen verstedelijking en de mannelijke en vrouwelijke modellen waren niet duur en bezatten een woeste aantrekkelijkheid door de authentiek en geharde hoofden. De klederdracht vervolmaakte het schilderachtige plaatje. Ateliers waren aanwezig en niet duur omdat Leendert die ook aanbood (tegen betaling van nog meer schilderijen natuurlijk!). Zo is de collectie uitgegroeid tot meer dan 1400 in getal (sommige bronnen memoreren 1800 maar dat is twijfelachtig).