NB – Het meest dooie pretpark van Nederland.
De soldaten van Napoleon staan nog steeds in het Land van Ooit of wat er van over is. Vanaf 1989 zijn zij betoverd en letterlijk in beton gegoten. De welig tierende Grote Lisdodde verzandt langzaam het watertje en onttrekt soms het zicht op de verdwijnende soldaten.
Beelden op de kant zijn soms onthoofd of ontdaan van de bepakking op de schouders. Even verder staat het kasteel d’Oultremont, ooit de woonstede van Wildebras en Rondalia die door Stor de Bostor uiteindelijk in Zwart-Witte Zwanen zijn veranderd. De vijver in de vorm van een traan is nu leeg en verlaten. Van het treintje met de Luie Lakei rest alleen het spoor, slingerend door een oerwoud van jaren verwilderde wisteria sinensis.
De berceau van berken imponeert tot op vandaag met in het dak uitschieters van 10 tot 20 meter. Hier kun je een aantal romantische wandeluren maken. In 2007 moest de oud Efteling directeur Marc Taminiau zijn park sluiten. Hij had het idee dat zijn park veel meer bij kinderen te weeg zou brengen dan enkel ellendige achtbanen en ander machinaal vermaak dat doet. In het Land van Ooit ging het om het theater, het spelen en het op gang brengen van de kinderfantasie. Hier had het kind daadwerkelijk invloed op de beleving van het Land van Ooit Theater.
Niet lang geleden gaf ik colleges over ‘Belevenis Economie’. Uitgangspunt waren de boeken van Pine en Gillmore. Alles draait tegenwoordig om iets te beleven, iets te ondergaan en niet meer alleen om het simpel kopen en kijken naar iets. Het eerste boek van hen kwam uit in 1999 en was baanbrekend. Geschokt waren de studenten als ik ze in kennis bracht met de Franse schrijver Guy Debord die reeds in 1967 zijn boek ‘De Spektakelmaatschappij’ publiceerde. Hij schets het beeld van de moderne mens die van zichzelf vervreemdt door de constante spektakels die hij wenst te zien. En de moderne maatschappij levert allemaal voorgekookte spektakels. Hij noemt dat een wereld van de geprefabriceerde ‘schijngebeurtenissen’. En omdat we ons zintuig ‘kijken’ super belangrijk vinden gaan we snel over tot het vellen van oordelen, het vormen van meningen over wat we allemaal wel niet zien.
Zijn remedie tegenover deze door beelden gestuurde samenleving (hoeveel uren breng jij door kijkend naar een beeldscherm?) zijn de ‘dwaaltochten’. “Mens durf te verdwalen, durf te spelen en te struikelen; weg van het voorgekookte, weg van wat je direct kan zien en beoordelen. Mens laat je eens leiden door je gevoel en laat veelvuldig het toeval toe”. Eigenlijk was het Land van Ooit een dwaaltocht, waarin het kind kon spelen, verdwalen, struikelen in zijn eigen kinderfantasie. En die kinderwereld werd aangestuurd door een leger aan theaterfiguren als ‘Struik de Rover’, ‘Rak de Reiger’, ‘Arend de Chirurgijn’, ‘Jean d‘Orange’, ‘Kloontje’ en het paard ‘Kos met de Snor’ om er maar een paar te noemen. Die theaterfiguren waren voor de kinderen van nu niet genoeg spektakel en ze waren ook nog eens financieel een last op de schouders van het Reuzenpark. Wat rest zijn parken met gillende achtbanen, met ratelende mechanische apparaten. En zelfs in de wachtrijen voor dit fantasieloze vermaak, is er spektakel. Stel je voor dat je je een paar minuten zou vervelen en verdwalen in je hoofd!